Wat blijft en wat verandert?

De sterke punten van de pensioenregeling blijven

• Naast pensioen krijg je ook AOW, een uitkering van de overheid.
• Het blijft mogelijk om verschillende keuzes te maken, zoals eerder stoppen met werken.
• Alle premies worden belegd, want dat levert meer op dan sparen.
• Ga je met pensioen? Dan krijg je nog steeds pensioen zolang je leeft.
• Samen met je werkgever betaal je voor je pensioen.
• Als je overlijdt is er een levenslang pensioen voor je nabestaanden verzekerd.
• De kosten en risico’s worden gedeeld.

Wat verandert er in ieder geval?

• Als je nog geen pensioen ontvangt, krijg je een persoonlijk pensioenvermogen.
• Ontvang je al een pensioen? Dan wordt je pensioen omgezet naar een pensioen in de nieuwe regeling. Je kunt kiezen tussen een variabel pensioen bij APF of een vast pensioen bij een verzekeraar.
• Er is geen gegarandeerd pensioen. Hoeveel pensioen je straks krijgt, hangt af van de ingelegde premie en het rendement (op beleggingen) Pensioen kan sneller stijgen en dalen afhankelijk van de economische situatie
• Als je met pensioen gaat, kun je kiezen voor het standaard variabele pensioen of voor een vast pensioen bij een verzekeraar.
• De manier waarop partner- en nabestaandenpensioen geregeld is, verandert. De hoogte van het partnerpensioen is niet meer afhankelijk van dienstjaren. Het opgebouwde nabestaandenpensioen verhuist mee naar de nieuwe regeling.